“Ben je eindelijk klaar om te vertrekken?” vroeg ze ongeduldig. Ik knikte en wandelde naar buiten. Voor ik instapte gooide ik haar mijn sleutels.
“Als ik dan niet mag rijden, kan jij maar beter mijn wagen gebruiken.” Ze keek me aan alsof ik een extra hoofd had en ik haalde enkel mijn schouders op. Ik opende mijn deur en stapte in. Julie wandelde rond de wagen en volgde mijn voorbeeld.
“Waarom doe je vriendelijk tegen mij?” vroeg ze nadat we vertrokken waren. Ik keek haar aan, maar ze keek enkel recht voor haar uit. “Ik heb je uitgescholden en genegeerd, maar toch doe je alsof ik je beste vriendin ben.”
“Je bent mijn beste vriendin.” Ik keek terug naar buiten en zag de groene bossen passeren.
“Sorry.” Ik keek op en zag dat Julie tranen over haar wangen had lopen. Ze reed de parking op en parkeerde wagen. Ze keek me daarna aan. “Het spijt me voor alles wat ik tegen je gezegd heb.” Ik zag dat ze het deze keer wel meende in tegenstelling tot die keer in het ziekenhuis.
Komt de vriendschap dan toch nog goed? Of zullen Julie en Audrey nog zware woorden laten vallen... Lees het binnenkort in Hoofdstuk 9 van Mijn Imprint
Geen opmerkingen:
Een reactie posten